Het overleg voert Rob Warmolts in de ‘projectgroep zoetwaterbeschikbaarheid’. Waterschappen staan er vooral om bekend dat ze overtollig water afvoeren. Maar met de steeds drogere zomers moet Waterschap Zuiderzeeland ook zorgen dat er water in de polder komt en blijft. Of ze nou vee houden of bollen telen, alle boeren hebben water nodig.
Het zogeheten infiltratiegebied in de Noordoostpolder kent een uniek systeem om water de polder in te laten. Het water komt uit het IJsselmeer en wordt via inlaatwerken en hevels, stuwen en stuwputten tot aan de voordeur van de boer geleid. Het infiltratiegebied ligt grotendeels aan de rand van de polder. ‘Eigenlijk op de oude zandstranden van de Zuiderzee’, zegt Rob. Het water wordt op bestelling in de sloten gelaten: boeren die water nodig hebben, bellen met het waterschap.
Rob begon in 1998 bij toenmalig Waterschap Noordoostpolder als wateraanvoermedewerker. Toen droeg hij nog een mobilofoon bij zich. Daarop kreeg hij de instructies bij welke boer hij de stuwput moest opendraaien. Nu belt de boer rechtstreeks met de wateraanvoermedewerker. Een pilot met een wateraanvraagapp is onlangs van start gegaan. De techniek maakt het werk veel makkelijker, hoewel het persoonlijk contact met de boer belangrijk blijft. Rob: ‘Als je alles op afstand doet, verlies je elkaar ook uit het oog. Onze jongens kunnen bijna overal wel de kantine inlopen om even een bakkie te doen, want de contacten met de boeren zijn hartstikke goed.’

De waterinlaat uit het IJsselmeer is geautomatiseerd. Rob: ‘Vroeger werden al die inlaatwerken, hevels en grote stuwen met de hand bediend.’ Behalve de inlaten zijn ook grote stuwen in de wateraanvoergebieden geautomatiseerd. De boel ontregelt niet meer zo gauw meer. Door de automatisering kun je bovendien met minder mensen toe: ‘Vroeger hadden we twaalf wateraanvoermedewerkers. Nu zijn het er nog drie.’
Het waterinlaatsysteem dat halverwege de vorige eeuw werd aangelegd, werkt nog steeds ‘hartstikke goed’, vertelt Rob. Wel wordt de vraag naar water steeds groter. ‘De vraag is of we daar altijd aan kunnen blijven voldoen. 2018 en 2019 waren heel droog. Landelijk waren er toen al beregeningsverboden. De kans bestaat dat dat hier in de toekomst ook gebeurt. Ik hoop het nooit mee te maken maar het zit er wel een keer aan te komen. In die droge jaren zaten we er dichtbij.’
