Afgelopen week besprak het algemeen bestuur (Algemene Vergadering) de uitkomsten van een onderzoek naar de schadezaak Leemtocht. Daarbij ging het ook over de rol van de bestuurders zelf. Waterschap Zuiderzeeland had sinds juni 2003 een verschil van mening met meerdere akkerbouwers en fruittelers. Dit ging over wateroverlast in het gebied rond de Leemtocht in de Noordoostpolder. In 2022 troffen de partijen een schikking. Belangrijkste uitkomst van de onderzoeken is dat het waterschap in langlopende dossiers steeds blijft kijken of het nodig is om van richting te veranderen. 

Te lang vastgehouden aan het volgen van het juridische spoor

Schadezaak Leemtocht was een uitzonderlijk lang traject en dat wil Zuiderzeeland in de toekomst sowieso voorkomen. De onderzoeken laten onder andere zien dat het belangrijk is dat het college van Dijkgraaf en Heemraden en het bestuur genoeg kennis hebben van complexe dossiers om hun controlerende rol uit te oefenen. Op basis hiervan treft het college verbetermaatregelen bij complexe dossiers, zoals deze regelmatig bespreken in het portefeuillehoudersoverleg en het bestuur informeren via een bestuursrapportage. 

Waterschap Zuiderzeeland wil leren van de ervaringen in dossier Leemtocht 

De bedoeling van de evaluatie was niet om een verantwoordelijke aan te wijzen, maar om te leren van dit dossier. Over hoe we als waterschap in ingewikkelde, langlopende zaken de verschillende belangen afwegen. Met daarbij een passende rolverdeling tussen algemeen bestuur, college en organisatie. Hiermee is deze zaak en langdurig proces afgesloten en zijn waardevolle lessen getrokken voor toekomstige complexe dossiers.