Als er ook maar iets gebeurt dat de waterkwaliteit in Flevoland  kan aantasten, dan zijn ze erbij. Kim Walles, Gerda Kampen en hun collega’s van team Watertoezicht voorkomen tijdens hun wachtdiensten dat vervuild bluswater, illegale dumpingen of olie uit een verongelukte auto de sloten, tochten en vaarten in gevaar brengt.

Iedere zes weken draait een medewerker van team Watertoezicht een wachtdienst. Dat betekent dat ze een week lang 24 uur per dag beschikbaar zijn voor het geval er een calamiteit is.

‘Leuke diensten’, zegt Kim. Met een lach: ‘Maar laatst had ik wel zes oproepen in één dienst. Toen heb ik die telefoon wel even vervloekt hoor, om twee uur ’s nachts.’

Sloot afsluiten bij brand

Tijdens deze diensten kan er van alles aan de hand zijn. Olie lekkend uit een auto na een ongeluk. Of laatst een spuitmachine met 1.000 liter gewasbeschermingsmiddel, die in brand vloog langs de Oosterringweg in de Noordoostpolder.

Gerda: ’Op dat moment hebben we een sloot moeten afsluiten. Zo konden we voorkomen dat dat middel zich zou verspreiden in het oppervlaktewater.’

Maar ook vissen die naar lucht happen in het water of zelfs massaal doodgaan. Kim: ‘Dan meten wij de zuurstofgehaltes. Als het nodig is nemen we monsters van het water, zodat we kunnen zien of er meer aan de hand is.’

Vreemde kleur water

Er komen daarnaast regelmatig meldingen binnen van water dat opeens een vreemde kleur heeft. Gerda: ‘Dan checken we of er blauwalgen of bijvoorbeeld zwavelbacteriën aanwezig zijn.’

Kim: ‘Laatst hadden we een containerbrand op de A6 bij Bant. Toen moesten we de brandweer sommeren om te stoppen met blussen. En we moesten alle mogelijke afvoeren van de parkeerplaats afsluiten, zodat er geen bluswater in het oppervlaktewater terechtkwam.’

De waterschappers werken nauw samen met allerlei andere partijen, zoals de brandweer en politie. Hun dienstauto is volledig ingericht op al die verschillende soorten meldingen. Met onder meer een compressor, lier, afsluiters voor het riool, allerlei meetapparatuur en een koelkast voor watermonsters kunnen ze vrijwel alle calamiteiten de baas.

Half gelaatsmasker en handschoenen

Kim: ‘Daarnaast hebben we natuurlijk werkkleding bij ons en een helm. We dragen soms een half gelaatsmasker en rubberen handschoenen. Op die manier voorkomen we dat wij in contact komen met gevaarlijke stoffen.’

En dan zijn er nog de middelen waarmee ze olie in het water kunnen bestrijden. Zoals het oranje oliescherm, dat in het water kan worden gelegd. ‘Olie drijft op het water. Met het scherm kunnen we de olie insluiten en voorkomen dat het zich verder verspreidt. Vervolgens kan het gemakkelijk door een tankwagen worden afgezogen en afgevoerd.’

Oliescherm

De mensen van de wachtdienst kunnen ook kiezen voor zogeheten olieabsorptieworsten. Als deze in het water liggen kunnen ze de ingedamde olie opnemen. Deze olieabsorptieworsten worden meestal bij kleinere sloten en tochten gebruikt. Kim: ‘En we hebben nog speciale oliedoeken om het water mee schoon te maken.’

Zwaar is het werk soms wel, zeggen de dames. ‘Niet alleen fysiek, maar ook emotioneel. Bij ernstige ongelukken bijvoorbeeld. Daar heb je wel eens last van’, erkent Kim. Maar over het algemeen is het voor hen vooral genieten geblazen. ‘De vrijheid en het buiten werken zijn heerlijk’, verzekert Gerda.

Corona

De corona-maatregelen zijn voor de wachtdienstwerkzaamheden niet echt merkbaar, zeggen de twee. Wel in hun werk voor team Watertoezicht. ‘We werken nu zoveel mogelijk vanuit huis. We komen weinig op kantoor in Lelystad.’

De bezoeken aan agrarische bedrijven konden in die eerste weken niet doorgaan. Kim: ‘We komen eens in de vier of acht jaar langs bij ieder boerenbedrijf. Dan bekijken we bijvoorbeeld hun teeltvrije zones en vaste mestopslag en beoordelen we hun spuitmachines.’

Naast de controles informeren zij agrariërs ook over nieuwe ontwikkelingen rond wet- en regelgeving. Gerda: ‘Inmiddels zijn we  weer begonnen met de bedrijfscontroles. Uiteraard houden we wel voldoende afstand.’

Via de Agrohelpdesk (0320-274911 of agrohelpdesk@zuiderzeeland.nl) kunnen agrariërs ook buiten de bezoeken om advies inwinnen.