Ga naar de inhoud

Onderzoek: verwijdering fosfaat uit afvalwater met Biophree

De concentratie fosfaat in oppervlaktewater is een belangrijke criteria bij de beoordeling van de waterkwaliteit. Verhoogde concentraties leiden tot negatieve effecten, zoals algenbloei en vermindering van biodiversiteit. Fosfaat komt op vele manieren in het oppervlakte water. Voor een deel uit de agrarische sector en voor een deel uit gezuiverd afvalwater van huishoudens en bedrijven op industrieterreinen. Dit afvalwater zuiveren waterschappen voordat het in het oppervlaktewater terecht komt. Waterschappen onderzoeken of fosfaat met de Biophree techniek nog verder te verwijderen is tot hele lage concentraties. En of het mogelijk is om het uit het afvalwater te halen voor hergebruik. 

Betere verwijdering fosfaat

In het Flevolandse afvalwater zit gemiddeld 10 mg/l fosfaat. Een groot deel hiervan komt vanuit huishoudens. Fosfaat zit in ons voedsel een deel daarvan scheiden wij weer uit via urine. Ook een aantal industrieën lozen fosfaat door het gebruik van bijvoorbeeld fosforzuur. Op de afvalwaterzuivering (AWZI) verwijderen we fosfaat voor ongeveer 95%. De norm die in wetgeving staat, is nu 1 mg/l. Dit betekent dat er 1 miligram fosfaat per liter gezuiverd afvalwater mag zitten. Deze wettelijke norm wordt in de nabije toekomst aangescherpt tot 0,5 mg/l. Met de Biophree technologie hopen wij uiteindelijk naar 0,1 mg/l toe te kunnen.  

Verbeteren waterkwaliteit belangrijk

Van nature zit er altijd een hoeveelheid fosfaat in de bodem en in oppervlaktewater. Toch is fosfaat ook een belangrijke bouwstof voor al het leven. Zonder fosfaat geen leven. De energiedrager van al het leven is adenosinetrifosfaat. Dus fosfaat hebben wij al mens en dier nodig. De normale hoeveelheid fosfaat in oppervlaktewater varieert per type oppervlakte water maar zal doorgaans tussen de 0,07 en 0,14 mg/l zijn. Extra fosfaat toedienen is niet nodig en leidt tot problemen. Daardoor wordt het water voedselrijker en krijgen algen en kroos een kans om te groeien. Door meer algen en kroos komt er minder licht in het water. En dat heeft een negatief effect op de flora en fauna in het water.  

Onderzoek bij Waterschap Rijn en IJssel

Voor het landelijke onderzoek naar de verwijdering van fosfaat is een afvalwaterzuivering (AWZI) van Waterschap Rijn en IJssel beschikbaar gesteld. In een container op de AWZI testen onderzoekers op kleine schaal de werking van de techniek Biophree. Dit is een techniek van Nederlandse bodem. De onderzoekers gebruiken een klein deel van het gezuiverde water. De eerste stap is een behandeling met een zandfilter. De laatste zwevende deeltjes halen ze daarmee uit het gezuiverde water. Bij de tweede stap gaat het water door een kolom heen die gevuld is met een absorbtiemateriaal met onder andere ijzeroxide. Het fosfaat bindt zich aan het ijzer. Ze onderzoeken hoeveel fosfaat ze met de techniek uit gezuiverd water kunnen verwijderen. 

Waterschap Zuiderzeeland blijft betrokken

De proefopstelling waarmee het onderzoek gebeurt, heeft in 2024 op AWZI Dronten gestaan. Hier hebben onderzoekers een jaar lang de nieuwe techniek getest. Op dat moment waren de resultaten al heel positief en was het tijd om de techniek op grotere schaal toe te passen. In afstemming met de waterschappen die meedoen aan UppWater (Nationaal Groeifonds) is besloten BioPhree bij Waterschap Rijn en IJssel toe te passen. Waterschap Zuiderzeeland blijft nauw betrokken bij het onderzoek. 

Ruimte met een proefopstelling voor de Biophree techniek. In de tekst staat uitgelegd hoe deze techniek werkt.
Proefopstelling BioPhree in 2024

Mogelijk ook fosfaat terugwinnen als grondstof

Ook wordt de manier waarop we fosfaat kunnen terugwinnen onderzocht. Met het fosfaat dat uit het gezuiverde water komt, kan je allerlei producten maken. Bijvoorbeeld als meststof. Met het toepassen van dit teruggewonnen fosfaat als meststof is het cirkeltje weer rond.