In Flevoland is inmiddels al jaren ervaring opgebouwd met aangepast beheer van de slootkanten. Een andere manier van maaien kan bijvoorbeeld al bijdragen aan meer biodiversiteit en ook aan een betere water- en bodemkwaliteit. De ervaringen van Flevolandse agrariërs zijn positief en verwerkt in het pakket Duurzaam Slootbeheer van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). In 2023 zijn de eerste ondernemers aan de slag gegaan met dit stimulerende pakket.

Project Aangepast Slootkantenbeheer 

In 2020 startte het project Aangepast Slootkantenbeheer voor meer biodiversiteit, een initiatief van BDEKO en BoerenNatuur Flevoland, in samenwerking met lokale agrariërs, Landschapsbeheer Flevoland, de Bee-foundation, Provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland. Het project heeft meerdere doelen: de biodiversiteit vergroten door een ander gefaseerd maaibeheer en de afvoer van maaisel. De bodem- en waterkwaliteit verbeteren door maaisel af te voeren en te verwerken en toe te passen op het eigen bedrijf of een bedrijf in de regio, op agrarische percelen. 

De relatief fijnmazige structuur van perceelsloten heeft een belangrijke maatvoering die voor insecten, zoals bijen en zweefvliegen, voldoende is. Hoe de slootkanten beheerd worden speelt dan ook een belangrijke rol bij het realiseren van een divers ecosysteem dat bijdraagt aan de (agro)biodiversiteit en ook waterkwaliteit. Met een ander maaibeheer (afvoeren en gefaseerd) is het project erop gericht om het aantal bloeiende planten toe te laten nemen en de periode dat er bloeiende planten zijn (bloeiboog) te vergroten. 

Positieve ervaringen in Flevoland

Deelnemer project: “Ik word blij van het gezoem en heb 
substantieel minder plagen in mijn gewassen. Dat motiveert 
mij om door te gaan en de slootkanten goed te beheren."

Het project Aangepast Slootkantenbeheer voor meer 
biodiversiteit heeft al positieve resultaten opgeleverd in 
Flevoland. Door het maaibeleid aan te passen is er meer 
gevarieerde beplanting. Hierdoor zijn er over een zo lang 
mogelijke periode bloeiende planten beschikbaar, die 
voedsel bieden voor insecten. Dit zorgt ook voor meer 
insecten, zoals zweefvliegen.

De Bee Foundation ziet een toename van verschillende planten- en diersoorten. “Binnen 3 jaar zien we binnen het project de soortenrijkdom in de slootkanten substantieel toenemen, ook op de rijke gronden in de polder. Witte klaver en smalle weegbree zijn de eersten die terugkomen. Daarna groot streepzaad, glad walstro en knoopkruid. En met de komst van deze bloeiende planten zien we verschillende soorten zweefvliegen, hommels en wilde bijen.” 

Agrariërs hebben baat bij het project door (verwerkt) maaisel toe te passen op lokale agrarische percelen. De nutriënten en het organische stof kunnen bijdragen aan een betere bodemkwaliteit en daarmee ook aan het watervasthoudend vermogen. Het maaisel kan gecomposteerd worden zoals een aantal deelnemers doet. Bij klepelenkunnen binnen enkele dagen de nutriënten uit de plantenresten logen en kan 10% - 40% van de nutriënten in het oppervlaktewater terechtkomen. Als de geklepelde begroeiing niet afgevoerd wordt, ontstaat een zogenaamde mulchlaag die als voedingsbodem fungeert voor met name grassen en onkruiden met een relatief grote massa/maaidruk. Daardoor kunnen bloeiende kruiden zich niet ontwikkelen. Binnen de pilot van 3 jaar heeft aangepast maaibeheer al positieve resultaten opgeleverd in Flevoland.

De verwachting is dat in 2025 het aantal deelnemers kan uitbreiden.

Ook interesse om mee te doen? Meld u dan vast aan via info@boerennatuurflevoland.nl.

Pakket Duurzaam Slootbeheer binnen ANLb 

Binnen het ANLb 2023-2028 is het pakket Duurzaam Slootbeheer geïntroduceerd. In 2023 zijn er 32 deelnemers met slootkantenbeheer in het ANLb aan de slag gegaan. Dit zijn deelnemers van de pilot en nieuwe ondernemers samen goed voor 97.843 meter aan duurzaam slootkantenbeheer. 

Er zijn drie varianten:

Pakket d1: Beheer is gericht op verhoging van het aantal plantensoorten door afvoer van maaisel. De taluds kenmerken zich door 5 tot 15 verschillende soorten per 25 m2. Jaarlijks is het talud van de sloot minimaal 2x en maximaal 3x gemaaid, de eerste keer vóór 15 mei. Het maaisel wordt afgevoerd.

Pakket d2: Beheer is gericht op instandhouding van aantal plantensoorten door gefaseerd maaien en afvoer van maaisel. De taluds kenmerken zich door 15 tot 25 verschillende soorten per 25 m2. De eerste maaibeurt is gefaseerd uitgevoerd: maximaal 75% van de lengte van het talud van de sloot wordt vóór 15 mei gemaaid en maximaal 75% ervan wordt na 15 juni gemaaid, waarbij het totaal maximaal 100% ervan bedraagt.

Pakket d3: Beheer is gericht op instandhouding van aantal plantensoorten door afvoer van maaisel. De taluds kenmerken zich door minimaal 25 verschillende soorten per 25 m2. Jaarlijks is het talud van de sloot na 1 augustus1x gemaaid en het maaisel afgevoerd.

Daarnaast zijn er mogelijkheden om het maaisel te composteren. 

Heeft u gevonden wat u zocht?