Samen water beschikbaar houden

Geniet u ook zo van het polderlandschap met alle gewassen? In droge tijden willen we allemaal deze gewassen beregenen. Om het waterpeil in de tochten niet te snel te laten dalen, is het belangrijk dat het beregenen uit één tocht niet tegelijkertijd gebeurt. Wat u kunt doen, leest u in dit bericht.
Stem onderling af wie wanneer beregent
Het gaat erom dat niet iedereen tegelijkertijd water uit de tocht haalt voor beregening. Zo blijft het water in de tocht beter op peil en is er langer water beschikbaar. Ook blijft de waterkwaliteit in de tocht beter. Een hoger waterpeil zorgt er namelijk voor dat de temperatuur van het water minder snel stijgt. Daarnaast voorkomen we zo schade aan de tocht. Denk aan schade aan beschoeiing en het inzakken van de waterkant. De onderlinge afstemming geldt voor alle tochten in Flevoland met uitzondering van de tochten in wateraanvoergebieden in de Noordoostpolder.
Gebruikt u water uit een wateraanvoersysteem?
Dan is het belangrijk om uw watervraag aan de wateraanvoermedewerker van het waterschap te melden. De wateraanvoergebieden liggen hoger dan de andere delen van Flevoland. Hierdoor is het nodig dat het waterschap water het gebied in laat stromen. Hoeveel water we het gebied in laten stromen, hangt af van uw watervraag. Wilt u water gebruiken uit het wateraanvoersysteem, dan vragen we u om dit telefonisch bij de wateraanvoermedewerker te melden. Op het kaartje kunt u zien welke gebieden wateraanvoergebieden zijn en welke medewerker u kunt bellen.
Gebruikt u water uit een gestuwd gebied?
Door verdamping en het gebruik van water bovenstrooms van een stuw, kan het waterpeil hier snel zakken. Om dat te voorkomen bent u als gebruiker verplicht om het water uit een lagergelegen gebied over de stuw te pompen. Zo blijft water beschikbaar voor iedereen.

