Als muskusratten hun eigen gang gaan, kunnen een mannetje en een vrouwtje binnen de kortste keren een enorme familie produceren. ‘En dat is niet goed voor de dijken en kades waarin ze wonen. Die kunnen ze helemaal kapot graven’, vertelt Tjitse Kuipers van Waterschap Zuiderzeeland. Samen met zijn hond Floris speurt hij daarom iedere dag naar muskusratten in het gebied ten noordoosten van Emmeloord. Over 15 jaar moet de populatie zijn teruggedrongen tot de grens met België en Duitsland.

‘De mooiste baan van de wereld’, vindt Tjitse. ‘Ik houd van de natuur en met dit werk ben je de hele dag buiten. Heerlijk.’ Laatst zag hij nog een spitsmuisje zwemmen over de vaart. ‘En ik kwam een kiekendievennest tegen. Wie ziet dat nou? Ik wel, gewoon tijdens mijn werk. Dat is toch geweldig?’

De muskusrattenbestrijder heeft twee collega’s in de Noordoostpolder. Samen houden ze de nogal vruchtbare muskusrat in dit gebied in toom. Ze zetten zelfgemaakte vallen en speuren naar hun nesten.

Bouw met waterslot

‘De nesten noemen we bouwen. De ingang van de bouw ligt onder water. Dat heet een waterslot. Vandaar uit graven ze een pijp naar binnen richting de leefruimte. Een bouw kan meerdere ruimtes hebben met jongen en heel wat meters breed zijn.’

En muskusratten met jongen zijn slecht nieuws voor ons land beneden zeepeil, verzekert Tjitse. ‘Een span van een mannetje en vrouwtje krijgt gemiddeld drie keer in het jaar een nest. Het probleem is alleen: de eerste leg krijgt in datzelfde seizoen ook al nageslacht. Die graven ook weer bouwen en als je daar niks tegen doet, dan kunnen onze dijken instorten. Dat zou een ramp zijn voor de Noordoostpolder, maar ook voor heel Nederland.’

Terugdringen tot de landsgrens

Vandaar dat hij en zijn collega’s iedere dag op zoek gaan naar de diersoort, die oorspronkelijk niet hier vandaan komt en ook geen natuurlijke vijanden heeft. ‘Wij dringen de muskusrat de komende vijftien jaar terug tot aan de landsgrens. Om dat voor elkaar te krijgen, wordt elke watergang twee keer per jaar gecontroleerd. En werken we nauw samen ook met andere waterschappen.’

Tjitse doet dat samen met zijn jachthond Floris, die nog jong is maar nu al beschikt over een uitstekende neus. ‘Afhankelijk van de omstandigheden gaan we te voet, per boot, kano of quad op pad. Muskusratten hebben hun bouwen vaak goed verstopt, maar het zijn net mensen. De een heeft een rommeltje in de voortuin, de ander heeft het spic en span. Sommige muskusratten hebben een duidelijk vraatspoor voor de deur, bij anderen moet je echt op kleine details letten om ze te vinden. Ik vind het leuk om me in hun gedrag te verdiepen en ze te leren begrijpen. Ze vinden vergt goed speurwerk. Dat maakt het zo boeiend.’

Niet onnodig lijden

Ja, die dieren overleven een ontmoeting met Tjitse meestal niet. ‘Maar we doen er alles aan om ze niet onnodig te laten lijden. Daarom ben ik voorstander van het zetten van klemmen op de bouw. Daarmee pak je ze bij de bron en zijn ze meteen dood.’

In de corona-tijd is het werk voor de muskusrattenvanger niet veel anders dan normaal. ‘In deze baan ben je veel alleen, daar houd ik ook erg van. We komen als collega’s nu even niet meer samen op de werkplaats en vergaderen via Teams. Maar dat is eigenlijk het enige dat ik ervan merk.’